Het parkeerbeleid in de binnenstad
Hoe we omgaan met elkaar & dat we het samen moeten doen
Donderdag 14 oktober was het tweede interpellatiedebat over het parkeerbeleid. Voorafgaand aan dit debat kregen inwoners de mogelijkheid in te spreken tijdens een hoorzitting. Circa 12 inwoners namen deel aan de hoorzitting en brachten hun wensen en bedenkingen ten aan zien van het nieuwe parkeerbeleid naar voren.
Naast de hoorzitting hebben in de afgelopen weken tientallen inwoners via e-mails en brieven laten weten wat zij van het parkeerbeleid vonden. En meestal was dit niet heel positief. Tijdens het debat vroeg ik ook aandacht voor de inwoners die we niet horen omdat ze blij zijn met dit parkeerbeleid. De fractie kreeg verschillende signalen van inwoners die niet van zich wilde laten horen omdat ze geen zin hadden of bang waren voor nog meer harde woorden en kritiek die ze al via social media over zich heen hebben gekregen. Is dit hoe we met elkaar omgaan?
De brieven en e-mails, gesprekken op straat, in huiskamers en winkels laten veel boosheid zien. Maar ook telleurstelling in een overheid die dienstbaar moet zijn aan haar inwoners. Het is goed dat inwoners van zich hebben laten horen. Ze houden ons een spiegel voor. Het laat zien dat de maatregelen op sommige punten te veel schuren. We zien de noodzaak en verantwoordelijkheid om daar iets aan te doen. Daarom heb ik samen met andere partijen de wethouder opgeroepen op korte termijn diverse knelpunten op te lossen, zoals een alternatief voor de dagkaart van €20,-, het parkeren op eigen terrein en de parkeerdruk die wordt ervaren door inwoners uit zone B.
Ook als gemeente moeten we laten zien hoe we met elkaar om willen gaan. We willen geen gemeente zijn met spandoeken in de binnenstad. We moeten het met elkaar doen. De gemeente moet daarin dienstbaar en betrouwbaar zijn.