Aandacht voor (stille) mantelzorgers
Als fractie hebben wij veel respect voor iedereen die de zorg voor zijn naasten op zich wil nemen. Maar waar we in het bijzonder aandacht voor willen vragen, zijn de stille mantelzorgers. In deze blogpost delen we een reactie van een van hen.
“Ik ben een jonge studente. Ik heb een baantje, ik volg een studie. En ik zorg voor mijn ouders. Wanneer het nodig is, zorg ik ook voor mijn broers en zus. Ik ga mee naar de (huis)arts. Ik regel zaken met GroenWest en de scholen. Ik ben de mond van mijn ouders, omdat zij het moeilijk vinden om de taal voldoende te spreken en hun gevoelens te uiten naar een ander. De brieven die zij krijgen, zijn vaak ook lastig om te lezen en te begrijpen. Gelukkig kan ik bij anderen terecht met mijn vragen als ik het zelf niet begrijp. Dat is wel heel belangrijk, dat er ook andere mensen zijn die me ondersteunen. Gelukkig zijn zij er.
Ik overleg alles met mijn ouders. Ik doe en vertel wat zij zelf niet kunnen zeggen of onvoldoende kunnen verwoorden. Is dat zo raar of bijzonder? Ben ik dan een mantelzorger?
Nee, zo zie ik het niet. Ik ben gewoon een dochten die van haar ouders houdt.”
Ze staan misschien niet als mantelzorgers bekend. En misschien zouden ze het ook niet hoeven zijn. Maar in sommige gezinnen komt het voor dat kinderen bijspringen daar waar ouders het zelf niet kunnen. Bijvoorbeeld omdat zij de Nederlandse taal niet machtig zijn.
We zien dat de stap tussen op papier inburgerd zijn, en in de praktijk volwaardig mee kunnen doen, nog te groot is. We hopen dat er na het behalen van de inburgeringscursus blijvende aandacht is voor mensen met een taalachterstand.
Dankzij een motie die wij samen met Progressief Woerden hebben ingediend, zal de gemeente begin volgend jaar een voorstel presenteren dat het mogelijk maakt om deze groep mensen in de praktijk beter te laten meedoen. Wij hopen dat de situatie van deze mensen daadwerkelijk zal verbeteren.