Kieskompas
Het Kieskompas voor Woerden is gelanceerd! klik hier om in te vullen
Het politieke landschap
Het landschap - of politiek spectrum - bestaat uit twee dimensies, namelijk ‘links’ versus ‘rechts’ en ‘progressief’ versus ‘conservatief’. Voor elke stelling heeft Kieskompas bepaald of deze betrekking heeft op de links-rechtsdimensie of de progressief-conservatiefdimensie.
Aan de hand van uw antwoorden op de stellingen wordt uw positie in het landschap bepaald. Zo wordt ook de positie van de partijen in het landschap bepaald. Uw positie, aangegeven middels de rode pin, is het gemiddelde van de door u gegeven antwoorden op deze assen.
Indien u op alle conservatieve stellingen met ‘(helemaal) mee eens’ antwoordt, dan komt u aan de onderzijde van het landschap uit. Wanneer u ‘(helemaal) mee eens’ antwoordt op alle rechtse stellingen, dan komt u aan de rechterzijde van het landschap uit. Hetzelfde gebeurt voor linkse en progressieve stellingen.
De ranking
Een ander element van de resultaten van het Kieskompas is een ranking van de partijen. Deze ranking is gebaseerd op het percentage waarin uw antwoorden van de gebruiker overeenkomen met die van de partijen. Als u op alle stellingen hetzelfde antwoordt als een bepaalde partij, dan heeft u een overeenkomst van 100%.
Waarom krijg ik andere resultaten in het landschap en in de ranking?
Het landschap laat uw positie zien in het politieke landschap, ofwel uw ‘coördinaten’ op de assen links-rechts en progressief-conservatief. Bij het landschap wordt er gebruik gemaakt van uw gemiddelde links-rechts-score en progressief-conservatief-score. Bij het landschap wordt er niet gekeken naar de overeenkomst op specifieke vragen, maar dus naar het gemiddelde op de assen. Bij de ranking werkt het echter anders. Bij de ranking wordt er gekeken naar de antwoorden op de specifieke vragen. Het gaat dus om een som, en niet om een gemiddelde.
Het kan zo zijn dat u in de ranking de meeste overeenkomsten heeft met ‘partij A’, maar dat u in het landschap het dichtste bij ‘partij B’ staat. Dit komt doordat u qua positie op de twee assen de meeste overeenkomsten heeft met ‘partij B’, maar qua antwoorden op de stellingen de meeste overeenkomsten heeft met ‘partij A’.